Harold Mallen, Brits, RAF nr. 958658, sergeant navigator, vloog in de crew van piloot Arthur Forman Saunders, squadron 15.
Hij was de enige overlevende.
Foto:
Hoofd van Mallen met gevangennummer.
Harold Mallen (ingenieur) zal zich zo rond medio 1941 bij de R.A.F. hebben aangemeld, waar hij een opleiding tot navigator kreeg.
Begin 1943 werd hij geselecteerd om samen met 5 anderen voor squadron 15 een nieuwe crew te gaan vormen rondom sergeant piloot Arthur Foreman Saunders.
De andere vijf waren:
Volgens gegevens van “The National Archives” te Londen werd deze crew voor het eerst operationeel ingezet met een Stirling-bommen-werper (EF. 355), vanaf het vliegveld Mildenhall, in de nacht van 28 op 29 mei 1943 om mijnen te leggen in zee voor de Duitse Waddenkust.
Na nogmaals een opdracht om mijnen te leggen te hebben uitgevoerd, volgden bombardementsvluchten naar o.a. Düsseldorf, Krefeld, Mülheim en Gelsenkirchen. De 9e door deze crew uit te voeren opdracht, een bombardementsvlucht naar Keulen, werd hen fataal.
Op de terugtocht boven Nederland werden zij onderschept door een Duitse nachtjager. Er ontstond een heftig vuurgevecht. De mannen in de Stirling verweerden zich danig. Maar konden niet voorkomen, dat zij het gevecht verloren. Hun vliegtuig werd geraakt. Vloog in brand en stortte in de vroege ochtend van 29 juni 1943 (± 02:40 uur) brandend in de Hollandse IJssel. Bij de crash kwamen 6 van de 7 bemanningsleden om.
Alleen navigator Harold Mallen wist de crash te overleven. Nog net op tijd sprong hij, boven Blokland, met zijn parachute uit de Stirling.
Nadat hij was geland, verstopte hij zijn parachute in een wilgenboom. Waarna hij wegvluchtte. Door het land, in de richting van Benschop. Al snel kreeg hij hulp en omdat zijn schoenen na de val niet meer te gebruiken waren, meteen ook een paar klompen. Op klompen lopen had hij nog nooit gedaan en ze waren ook een maatje te klein. Dat leverde hem pijnlijke voeten op. Die dag kon hij hierdoor niet erg ver weg komen van de plaats van het onheil.
Foto: Harold Mallen op klompen
De volgende dag (30 juni) werd hij naar Goedhart aan de Uitweg in Lopikerkapel gebracht. Goedhart roeide hem in zijn roeiboot nog dezelfde dag over de Lek naar Lexmond. Daar is Harold Mallen wat gaan zwerven. De volgende morgen (1 juli 1943) trof een boer in Oost Lakerveld Harold Mallen in zijn hooiberg aan. Omdat zij elkaar niet konden verstaan, werden er buren en andere bekenden bijgehaald en uiteindelijk ook de veldwachter Schrijvershof. Deze laatste had Harold graag laten onderduiken. Maar inmiddels was het hiervoor te laat
Duitsers kwamen op de onrust rondom Harold af en namen hem gevangen.
foto:
1 Juli 1943, Harold Mallen in Lakerveld, waar hij door Duitsers werd opgepakt
Tijdens de oorlog woonde vader van Harold, dhr. J.W. Mallen op het adres 124, Bright Street, Wolverhampton WV1 4AS, Groot Brittannië.
RAF-vliegeniers, die door Duitsers gevangen werden genomen, werden vrijwel altijd eerst naar het gevangenkamp Dulag Luft in Oberursel gebracht (nabij Frankfurt am Main). Hier in Dulag Luft werden de eerste verhoren afgenomen.
Van Dulag Luft is helaas geen lijst met krijgsgevangenen bekend, met uitzondering van een hele korte uit oktober 1941.
Het p.o.w.-nummer van Harold Mallen was 330 (p.o.w.-nummer = prisoner-of-war)
Na Dulag Luft zat Harold Mallen gevangen in Stalag Luft VI "Heydekrug" en Stalag 357 "Fallingbostel". Deze kampen werden in april 1945 door de 7e pantserdivisie van het Britse leger bevrijd.
Foto:
Stalag Luft 6 Heydekrug
Bevrijding Stalag 357, Fallingbostel
Na de oorlog zou Mallen nog een keer in Nederland zijn geweest, maar daar is verder niets over bekend. Er is ook geen contact meer met hem geweest.
Er werden diverse pogingen gedaan om nog mogelijke nakomelingen, familieleden of bekenden van Harold Mallen te achterhalen. Helaas zonder resultaat.
Met dank aan Dhr. Joop van Vliet, Lopik.